Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BE9276

Datum uitspraak2008-08-21
Datum gepubliceerd2008-08-27
RechtsgebiedBestuursrecht overig
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamRaad van State
Zaaknummers200805540/2
Statusgepubliceerd
SectorVoorzitter


Indicatie

Bij besluit van 22 april 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug (hierna: het college) aan de Woningbouwvereniging Amerongen (hierna: de woningbouwvereniging) tijdelijke vrijstelling verleend voor het gebruiken van een pand gelegen aan de Industrieweg Noord 20 te Amerongen (hierna: het pand) als jongerenontmoetingscentrum.


Uitspraak

200805540/2. Datum uitspraak: 21 augustus 2008 AFDELING BESTUURSRECHTSPRAAK Uitspraak van de voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State op een verzoek om het treffen van een voorlopige voorziening (artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht) hangende het hoger beroep van: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Grepu Vastgoed B.V., gevestigd te Amerongen, verzoekster, tegen de uitspraak in de zaken nrs. 08/1347 en 08/1348 van de voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht van 2 juli 2008 in het geding tussen: de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Grepu Vastgoed B.V. en het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug. 1. Procesverloop Bij besluit van 22 april 2008 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrechtse Heuvelrug (hierna: het college) aan de Woningbouwvereniging Amerongen (hierna: de woningbouwvereniging) tijdelijke vrijstelling verleend voor het gebruiken van een pand gelegen aan de Industrieweg Noord 20 te Amerongen (hierna: het pand) als jongerenontmoetingscentrum. Bij uitspraak van 2 juli 2008, verzonden op dezelfde dag, heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Utrecht (hierna: de voorzieningenrechter) het door de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Grepu Vastgoed B.V. (hierna: Grepu) daartegen ingestelde beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak heeft Grepu bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 juli 2008, hoger beroep ingesteld. Bij brief, bij de Raad van State ingekomen op 18 juli 2008, heeft Grepu de voorzitter verzocht een voorlopige voorziening te treffen. De voorzitter heeft het verzoek ter zitting behandeld op 14 augustus 2008, waar Grepu, vertegenwoordigd door mr. T.A. Timmermans, advocaat te Rhenen, en [directeur], en het college, vertegenwoordigd door E. van Oostrum, wethouder van de gemeente, en mr. R.J. Lievaart, zijn verschenen. Voorts is ter zitting als partij gehoord de woningbouwvereniging, vertegenwoordigd door mr. R.P.M. de Laat, advocaat te Utrecht, en J.I.F. Broekhuizen. 2. Overwegingen 2.1. Het oordeel van de voorzitter heeft een voorlopig karakter en is niet bindend in de bodemprocedure. 2.2. Het verzoek strekt ertoe het besluit van 22 april 2008 te schorsen en het gebruik van het pand als jongerenontmoetingscentrum, welk gebruik reeds is aangevangen, te beëindigen. 2.3. Besluiten zijn in het algemeen uitvoerbaar, ook als daartegen een rechtsmiddel is aangewend. Dit geldt te meer, indien zoals in dit geval, de rechter in eerste aanleg het besluit in stand heeft gelaten. In hetgeen door Grepu naar voren is gebracht, is geen aanleiding te vinden voor het oordeel dat op voorhand moet worden aangenomen dat de aangevallen uitspraak in de bodemprocedure niet in stand zal blijven, althans dat geen vrijstelling voor het tijdelijk gebruik van het pand als jongerenontmoetingscentrum mocht worden verleend. Hierbij wordt in aanmerking genomen dat voorshands geen aanknopingspunten zijn te vinden voor het oordeel dat de tijdelijkheid van de afwijking van het ter plaatse geldende bestemmingsplan onvoldoende is gewaarborgd. Daarbij wordt overwogen dat inmiddels het voorontwerp van het bestemmingsplan "Allemanswaard Amerongen" gereed is, waarin een multifunctioneel centrum is opgenomen en waarnaar het jongerenontmoetingscentrum zal worden verplaatst. Voorts is blijkens de gedingstukken subsidie verleend voor voormeld multifunctioneel centrum. Niet gebleken is van de door Grepu gestelde overlast door jongeren op het bedrijventerrein als gevolg van het gebruik van het pand als jongerenontmoetingscentrum. Wat betreft de door Grepu opgeworpen veiligheidsaspecten aangaande de aanwezigheid van een gassenhandel gelegen op de Industrieweg Noord 1B, voor zover tijdig aangevoerd, wordt, gezien de afstand van dit bedrijf tot het jongerencentrum alsmede de door het college daarop ter zitting gegeven toelichting, overwogen dat op voorhand geen reden is aan te nemen dat uit de aanwezigheid van de gassenhandel op het industrieterrein enige beperking zou kunnen voortvloeien voor het bij de vrijstelling toegestane gebruik. Gelet hierop en de betrokken belangen, waaronder het maatschappelijk belang dat een ruimte voorhanden is waar jongerenactiviteiten kunnen plaatsvinden, bestaat geen aanleiding voor het treffen van een voorlopige voorziening. 2.4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. 3. Beslissing De voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State: wijst het verzoek af. Aldus vastgesteld door mr. C.M. Ligtelijn-van Bilderbeek, als voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. D.A.B. Montagne, ambtenaar van Staat. w.g. Ligtelijn-van Bilderbeek w.g. Montagne voorzitter ambtenaar van Staat Uitgesproken in het openbaar op 21 augustus 2008 374.